

20 Minuten
Aardappels koken, iets wat veel voorkomt in onze keuken. Dit cultuurgewas is oorspronkelijk afkomstig uit Zuid-Amerika, maar sinds de 16e eeuw al in Nederland een belangrijk voedingsmiddel. Nederlanders worden dan ook niks voor niks aardappelvreters genoemd. We eten altijd wel iets van dit ingrediënt bij vlees en groente.
De geschiedenis van aardappels
De eerste aardappels werden waarschijnlijk gegeten in Peru en Bolivia. Zoals vele planten kruisten mensen de soorten om zo langzaam tot de aardappel te komen zoals wij die momenteel hebben. Dit kruizen begon al wel 10.000 jaar geleden. Toen was het echter nog niet direct zoals we op dit moment eten, hier waren nog wel 3000 jaar voor nodig. De verspreiding van de pieper gebeurde in ongeveer 1400 voor Christus. In de Andes regio groeide groente niet goed en er moest toch gegeten worden. Door het telen van de aardappel ontstond er voedselzekerheid wat een grote rol geeft gespeeld bij de ontwikkeling van deze culturen. Zo was het mogelijk om uit te groeien tot grotere aantallen en ook was het mogelijk te verplaatsen naar meer locaties in Zuid-Amerika. Naast de groei die de cultuur doormaakte door de aardappel ontwikkelden ze ook veel technieken om de houdbaarheid te verhogen. Zo maakten ze gebruik van een techniek die lijkt op vriesdrogen en trapten ze de knollen helemaal plat om zo de vocht eruit te laten verdwijnen. Door deze behandeling konden de Inca’s dit voedingsmiddel erg lang opslaan.
Halverwege de 15de eeuw werd de aardappel meegenomen naar Europa. In Europa werd de knol enthousiast ontvangen. Ze groeiden namelijk in elk klimaat en bleken ook nog eens erg goed te verbouwen. Niet te vergeten, ze zijn enorm voedzaam. Het was de ideale oplossing voor het gebrek aan voedsel wat veelvuldig voorkwam in de groeiende samenleving. Als voedingsbron was er voornamelijk graan. Dit zorgde ervoor dat er vele hongersnoden waren. Ondanks dat de aardappel erg voedzaam is en was moesten de mensen er nog wel aan wennen. Ook bleken er soms delen van de plant giftig. Het smaakt flauw en ook hadden de knollen soms vreemde vormen. In Frankrijk werd het als snel bestempeld als varkensvoer.
Belangrijk om te weten bij aardappels koken
Deze maaltijddrager bevat veel koolhydraten waardoor het een belangrijk product is voor de Schijf van Vijf. Ook is het rijk aan vitamine C en vezels. Het is daarom een goed ingrediënt voor je maaltijd. Let er wel op dat dit aardse gewas niet rauw gegeten kan worden. Dit komt doordat het toxine fasine bevat, een giftig stofje. Door de aardappel te koken wordt dit omgezet in een onschadelijke stof.
De voorbereiding

Het koken van de knollen is ingewikkeld, maar kost wel wat tijd. Gebruik zo’n 250 gram per persoon in ongeveer 300 mililiter water. Haal de schil van de gewassen en snijd eventuele donkere plekken weg. Snijd ze vervolgens in stukken van twee. Was de gehalveerde stukken goed in koud water en doe ze in een ruime pan. Voeg het water toe en breng aan de kook. Wanneer het water eenmaal kookt, zet je het vuur wat zachter en laat je ze ongeveer 20 minuten koken. In deze tijd kan je goed de rest van je maaltijd klaarmaken. Prik met een vork door een van de stukken. Als deze makkelijk uit elkaar valt, is de aardappel gaar. Giet het water af en laat het gewas even uitlekken. Voeg de rest van de maaltijd toe en serveer!

We adviseren een kooktijd van 20 minuten voor dit ingrediënt.
Drie tips voor het bereiden van aardappels
Onze eerste tip: Aangezien je koud water toevoegt aan de pan, is het handig de deksel op de pan te doen. Hierdoor kookt het water sneller en blijft het ook makkelijker aan de kook. Zo zijn je aardappelen het snelst klaar.
Onze tweede tip: Je kan ook goed een stamppot maken van de gekookte knollen. Laat wat boerenkool samen met de aardappelen koken en voeg na het afgieten wat melk toe. Meng dit goed met elkaar en stamp vervolgens tot een puree.
Onze derde tip: Voeg tijdens het koken een grote schep zout toe om wat meer smaak toe te voegen aan de neutrale aardappelen. Zonder zout kan het al snel flauw smaken.
De hoeveelheid water die je nodig hebt voor het koken van aardappels is afhankelijk van de soort. Bloemige / kruimelige aardappels kook je in weinig water of stoom je. De vastkokende soort moet je in ruim water koken. Voor beide soorten is het verstandig een grote ruim pan te pakken.
Het opzetten in koken of koud water is een vraag die velen bezig houdt. Je hebt hierin twee kampen. Als je kijkt naar het behouden van zoveel mogelijk vitamines, mineralen en smaak dan kan je het best eerst het water aan de kook brengen voordat je de aardappel toevoegt. Wil je het echt helemaal perfect doen dan stoom je ze met de schil er nog omheen.
Aardappelen zijn een energie leverancier via koolhydraten in de vorm van zetmeel. Dat is alleen niet alles want ook bevatten ze vitamine C, vitamine B6 en nog een beetje andere B vitamines. Ook zitten er vezels in. Ook bevat de knol kalium en een beetje calcium en fosfor.
Na de bereiding kan je gekookte aardappelen in de koelkast 2 dagen bewaren. Bij het invriezen zijn ze een stuk langer houdbaar namelijk 3 maanden.
Voedingswaarde Gekookte aardappels
De waarden worden altijd per 100 gram weergegeven.
Calorieen | 83 kcal |
Vet | 0,3 gram |
- waarvan verzadigd | 0,1 gram |
Koolhydraten | 17,4 gram |
- waarvan suikers | 0,2 gram |
Vezels | 1,6 gram |
Eiwit | 1,9 gram |
Zout | 0,01 gram |