Spaghetti is een populaire pastasoort die vaak wordt gegeten als hoofdgerecht. Het is belangrijk om de juiste hoeveelheid spaghetti per persoon te koken, zodat er voldoende voeding is zonder voedselverspilling. Hieronder lees je hoeveel gram je per persoon moet rekenen.
Allereerst is het belangrijk om te weten dat de hoeveelheid die je per persoon nodig hebt, afhankelijk is van verschillende factoren, zoals de eetlust van de persoon, of er nog bijgerechten zijn, en of de pasta als voorgerecht of hoofdgerecht wordt geserveerd. Over het algemeen wordt echter aangeraden om ongeveer 75-100 gram droge spaghetti per persoon te rekenen voor een hoofdgerecht. Dit komt overeen met ongeveer 200-250 gram gekookt produt Voor een voorgerecht wordt vaak iets minder pasta aangeraden, ongeveer 50-75 gram droge spaghetti of 125-150 gram gekookt.
Het verschilt per eter
Als je een grote eter bent of als er veel bijgerechten zijn, kun je iets meer spaghetti rekenen. Houd er echter rekening mee dat een te grote portie kan leiden tot overeten, wat kan leiden tot een oncomfortabel gevoel en onnodige calorie-inname. Het is ook belangrijk om de pasta op de juiste manier te meten. Gebruik bijvoorbeeld een weegschaal om de droge massa af te wegen, of gebruik een speciale maatbeker om de juiste hoeveelheid af te meten. Zo voorkom je dat je teveel bereidt en daarmee voedsel verspilt.
Het ligt ook aan het soort spaghetti
Tot slot is het belangrijk om te onthouden dat spaghetti, net als andere pastasoorten, kan variëren in grootte en dikte. Daarom is het altijd beter om iets meer te koken dan je denkt nodig te hebben, zodat je niet zonder komt te zitten. Als er toch iets overblijft, kun je dit bewaren voor de volgende dag of gebruiken als basis voor een lekkere pastasalade.
Geschiedenis van deze pasta
Spaghetti is een erg bekende pastasoort die zijn oorsprong heeft in Italië. Het is een lang, dun deegwaar dat gemaakt wordt van semolina, een harde tarwe die veel gebruikt wordt in de Italiaanse keuken. De geschiedenis gaat terug tot het oude Romeinse rijk, waar er al een soort pasta werd gemaakt van tarwe en water. Deze pasta werd echter niet in de vorm van spaghetti geserveerd, maar eerder in de vorm van lasagne of ravioli. In de middeleeuwen begon de pastaconsumptie in Italië toe te nemen, voornamelijk onder de arme bevolking. Het was een goedkope bron van energie en kon lang bewaard worden. Spaghetti zoals we het nu kennen, werd echter pas in de 17e eeuw geïntroduceerd in Italië. Er wordt vaak beweerd dat deze specialiteit is ontstaan in het zuiden van Italië, met name in de regio Campania. De stad Napels wordt vaak genoemd als de plaats waar het voor het eerst werd gemaakt. Volgens de legende zou het zijn ontstaan uit een mix van Arabische, Griekse en Italiaanse invloeden.